Een paar dagen geleden was ik even bij de huisarts voor een klachtje dat niet zo veel om het lijf heeft, maar waar wel iets aan gedaan moest worden. Hij schreef me een recept voor en zei:
“Ik heb het hier in de kluis.”
Ik dacht: “Ah, dan krijg ik het dus gelijk mee, net als in oude tijden!”
Huisarts: “Dat werkt zo: ….” en zijn uitleg wees uit dat ik het niet meteen mee kreeg, maar dat er een virtuele ronde langs de apotheek gemaakt ging worden die me een code zou bezorgen waarmee ik het zelf uit de kluis kon halen, 24/7, zoals dat heet.
In mijn ogen boven mijn mondkapje zag de arts vermoedelijk iets flikkeren, want hij zei: “Niet bang zijn, het is echt heel gemakkelijk, en handig.” En vertelde dat ze wat duurzamer willen opereren en niet iedereen naar het volgende dorp heen en weer willen laten rijden (met de auto natuurlijk) om een receptje op te halen – in mijn dorp is geen apotheek. Dat juich ik toe. Ook al moest ik er wel voor terugkomen – ook een paar kilometer rijden – ik kon het nu combineren met boodschappen doen. En de onafhankelijkheid van openingstijden maakt het ook een stuk gemakkelijker.
Wat me intrigeerde was dat hij zei “Niet bang zijn”. Wat had hij gezien? Ik ben best voor een nieuwigheidje te porren, dus hoezo bang? Maar het klopte wel dat ik wat onzekerheid voelde opkomen bij zijn uitleg: waar zit die kluis, die heb ik helemaal niet gezien, hoe werkt dat dan? Nu wint mijn nieuwgierigheid naar het nieuwtje het gewoonlijk van die onzekerheid die ik ook altijd wel voel, dus ik let er nooit zo op. Dat hij het in mijn ogen zag en er wel aandacht aan gaf, was ook even ‘nieuw’. En mooi om te merken dat het mondkapje niet in de weg zat aan het opmerken van mijn non-verbale communicatie.
Later op de dag was het moment daar om mijn medicatie uit de kluis te halen. Die zit pal naast de ingang van de praktijk. Omdat het een hypermodern geval is met een touch-screen dat volledig glad in de muur is weggewerkt, valt het nauwelijks op. Het zei netjes tegen me dat ik kon beginnen door het scherm aan te raken. En vervolgens ontstond er een ‘dialoog’ tussen mij en de kluis, via het scherm, die uitmondde in de mededeling: “Robot haalt uw order”. Op dat moment werd het voor mij echt humoristisch: ik kreeg een visioen van een klein robotje dat naar achteren schuifelde om mijn bestelling uit het schap te halen. Er klonk warempel ook wat zacht geruis en gerommel uit het apparaat, wat mijn beeld alleen maar versterkte. Na een klein plofje liet de kluis me weten dat ik de klep open mocht duwen om mijn bestelling te pakken, en werd ik vriendelijk bedankt. Ik bedankte nog vriendelijk terug, maar toen stond de kluis al weer klaar voor de volgende klant.
Dit eenvoudige voorval deed me, opnieuw, beseffen hoe ongelooflijk veel er in mijn leven veranderd is door de opkomst van de digitale technologie. In mijn jeugd kreeg je je recept direct van de huisarts, of haalde je het in zo’n merkwaardig ruikende, meestal in bruin hout aangeklede zaak, waar het soms ook nog ter plekke samengesteld werd. De gemiddelde mens kon toen niet eens dromen hoe het er nu uit zou zien; dat een huisarts in een Brabants plattelandsdorpje je zou verwijzen naar zijn uit duurzaamheidsoverwegingen geïnstalleerde digitale kluis. Dat mijn brein deze, en al die andere digitale vernieuwingen tot nu toe steeds heeft weten absorberen vind ik een groot wonder. Er is, ondanks de met de nieuwigheid gepaarde gaande onzekerheid, nooit kortsluiting ontstaan. En dat geldt voor velen met mij, ook voor nóg ouderen. Ik heb ooms en tantes van dik in de tachtig die vrolijk computeren en whatsappen. Zelfs mijn oudtante van honderd heeft een mobiele telefoon.
Vanzelfsprekend is dat niet. En geen wonder: nieuwigheden verstoren mijn vertrouwde routine. Ik moet ineens weer opletten. Ik weet ineens niet meer hoe het moet, kan weer fouten maken. Als je, zoals ik, niet van de Pippi Langkous-soort bent – “ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk wel dat ik het kan” – roept dat minimaal onzekerheid op. Het vraagt dan voldoende nieuwsgierigheid om die onzekerheid te overwinnen en het toch aan te gaan.
Maar er is nog iets waar de digitale kluis me weer bij doet stilstaan: het diepgevoelde besef, dankzij mijn zen beoefening, dat élk moment totaal nieuw is. Het is volstrekt onmogelijk om in dit moment te voorspellen wat er het volgende moment zal gebeuren. Iedereen die wel eens slecht of goed nieuws heeft ontvangen weet precies wat ik bedoel: het ene moment is je leven zus, het volgende moment staat het op zijn kop. Dat lijken uitzonderingen, maar eigenlijk is het in elk moment aanwezig. Dat het allemaal hetzelfde en gladjes lijkt te verlopen is meer het gevolg van hoe we ernaar leren kijken. En het kan voldoen. Maar er slipt ook iets uit. Want als elk moment weer nieuw is, is de wereld een wonder. Als ik elk moment als nieuw kan beleven, dan sprankelt het leven zoals de natuur na een zachte lenteregen.
Prachtig weer, ik kon me het robotje helemaal voorstellen. Wij hebben hier ook zo’n apotheek, maar ik haal het ouderwets op na verwoede pogingen van de apotheek om me ook helemaal digitaal te krijgen ….
Dankjewel Lilian
Hiermee is mijn moment van zometeen
al weer helemaal bijgesteld