101
staat er bovenop de kast
in kleurig geschilderde, grote cijfers
van karton.
101 is ze
mijn oud-tante, en lief
zoals ze daar zit in haar stoel,
blij met bezoek
maar ook wel snel moe.
“Het is geen kunst om oud te worden”
vindt ze, “maar oud zijn…..
nou, nou,….”
Zelfs gewoon luisteren
kost veel energie
aan dat witte hoofd
dat alle moeite wil doen
om het gesprek te blijven volgen.
Soms dut ze dan ook even weg
in een mini-mini-slaapje
dat haar weer even opfrist
net als het soesje
dat ik voor haar meenam,
en de peertjes voor morgen.
Want ook als je 101 bent
is er nog steeds een morgen
en een gister, en een nu.
Voor zolang als het duurt,
maar dat geldt ook voor mij,
en voor iedereen.
Je kunt niet eens zeggen dat zij
dichterbij is bij
geen morgen meer, en geen gister en geen nu.
Mijn lichaam net zo broos als het hare,
niettegenstaande de vitaliteit die ik voel.
Kan ik wel zeggen dat ik
vitaler ben dan zij
die haar ogen telkens weer opent
voor een nieuwe dag,
voor een nieuw gesprek,
voor een nieuwe lach,
bij
101?
Er is een dik boek over oud worden en de kunst daarvan.
Al lees je het twee keer
je wordt het alleen maar in het doen er van.
Mooi lief , deze beschouwing 💓
steeds meer
is
nu wel goed
hoe lief!