In Japan, in Kyoto, ligt een oud zen-klooster: Ryoan-ji. Gesticht in de tiende eeuw en tot op de dag van vandaag beroemd om de zentuin: een zee van witte kiezels waaruit vijftien grote stenen oprijzen. Waar je ook staat te kijken langs de tuin, op geen enkele plek kun je meer dan 14 stenen tegelijk zien. Het is wel een ander samenstel van stenen dat je ziet als je een andere plek opzoekt om te kijken. Waar je ook staat, je ziet telkens een andere tuin.
Het is een prachtig symbool voor perspectief, en het menselijk onvermogen om ooit het totale plaatje te zien. Of die symboliek er bewust in gelegd is door de ontwerper van de tuin schijnt niet bekend te zijn, maar dat doet er niet echt toe. Ook dat is mooi symbolisch: we weten niet of deze interpretatie van de tuin waar is – het is een perspectief op het ontwerp. Net als het ontwerp zelf ons dus telkens een ander perspectief geeft op de tuin, afhankelijk van de plek waar je gaat staan.
Zelf ben ik jammer genoeg nooit bij die tuin geweest, ik ken alleen de verhalen en de foto’s op internet. Ook dat maakt niet echt uit, al zou het leuk geweest zijn het zelf te ervaren. Maar het mentale beeld alleen al werkt voor me. Want als ik met situaties wordt geconfronteerd waarin veel of sterk verschillende stukjes informatie op me af komen, en ik merk dat ik in verwarring dreig te raken, komt het beeld van de tuin van Ryoan-ji bij me op. Dat helpt me eraan herinneren dat al die verschillende stukjes informatie verschillende perspectieven vertegenwoordigen. Dat het er niet om gaat dat de een de waarheid vertegenwoordigt en de ander niet. Hooguit dat al die verschillende perspectieven samen een completer beeld geven van de situatie. Dat het onwaarschijnlijk is dat ik ooit het totale plaatje zal zien, een compleet beeld zal hebben. Want om de waarheid te vertegenwoordigen zou het beeld compleet moeten zijn, en voor iedereen, overal compleet hetzelfde. In de werkelijkheid van alledag lijkt dat een ideaalbeeld: mooi, mooi om naar te streven misschien, maar vermoedelijk niet haalbaar.
En om eerlijk te zijn weet ik eigenlijk ook niet of het echt zo mooi is om naar te streven. Is diversiteit niet rijker? Brengt ons dat niet meer? Dat gesprek wordt al een tijd lang gevoerd, op allerlei gebied, en er worden steeds meer perspectieven in ingebracht. Dat verrijkt het beeld in elk geval meer. Misschien wordt het moeilijker om je eigen positie erin te bepalen. Want dat is de moeilijkheid van perspectieven: je hebt dus niets anders meer om je aan vast te houden dan je eigen kijk. Dat kan wankel voelen.
Het idee dat iets waar is geeft houvast, daar kun je dan op terugvallen; een perspectief werpt je terug op jezelf. En hoe weet je dan wie er gelijk heeft, of je zelf gelijk hebt? Niet. Want de vraag wie gelijk heeft, is de vraag naar wat waar is. En die vraag verliest zijn geldigheid als je er van uit gaat dat we als mensen niet veel verder komen dan een perspectief. Dat kan heel erg helpen in situaties van sterk conflicterende perspectieven: je realiseren dat het niet gaat over gelijk hebben of de waarheid vertegenwoordigen. Het houdt je ook uit de idee dat je gelijk hébt of de waarheid vertegenwoordigt. Dat is in elk geval goed voor onze gemoedsrust en ons overleven, want het voorkomt oorlog.
Het perspectief van de ander zien als een perspectief, niet meer dan dat. Zo moeilijk! Vooral als het mijlenver afstaat van het jouwe, en je er niets in herkent. Het bevrijdende is wel dat het juist niet betekent dat je dat andere perspectief moet aanvaarden, het ermee eens moet zijn. Het is immers maar een perspectief. Je hoeft je er ook niet eens tegen te verzetten. Je kunt gewoon jouw perspectief er naast zetten, als een andere kijk. “Ik zie die stenen in de tuin.” “Oh? Ik die.” In koor: “Aha!” Zo ontstaat misschien wel wijsheid, in plaats van waarheid.
Moeilijk. Maar goed, dit is ook maar een perspectief.
Prachtig Lilian! Ik ben in de Ryoan-Ji een keer geweest, een van mijn sterkste ervaringen in Japan. Bedankt voor je wijze post.