Ze zijn er eindelijk
de schilders
om bij mij de buitenboel
te doen
nadat ik weken heb
toegekeken hoe
ze bij de buren op
de rest van het complexje
de boel weer keurig
in de lak zetten
terwijl ik een woordje
met ze wissel
kijk ik hoe de één
bijna achteloos
het schuurpapiertje
langs de verf haalt
geen beweging teveel
en toch netjes
opgeschuurd
de ander met dezelfde
routine zijn kwast
vlot van verf voorziet
en die volstrekt trefzeker
in één strakke beweging
op het kozijn aanbrengt
ik wil direct bij ze
in de leer
hebberig word ik ervan
ik wil dat ook kunnen
in plaats van mijn eindeloos
geklungel en gesmeer
verf overal, zelfs
met de roller
want dat met die kwast
dat zal ik wel nooit leren
al weet ik inmiddels
heel goed in theorie
hoe het moet
de beelden komen terug
van al die pogingen
tot zelf doen
vooral die van veertien jaar
geleden, in mijn nieuwe
oude huisje
uren schuren
op de structuurverf op
verwarmingsbuizen en zelfs
houtwerk
(ik zie nu wéér
een advertentie
die het aanprijst –
alsjeblieft, doe het niet
tenzij je van stofnesten houdt
en na jou de zondvloed komt –
die het er overigens ook nooit
meer af zal wassen)
schuren schuren
te weinig hulp
net na een operatie
waarbij ik definitief zo ongeveer
een kwart van de kracht
in mijn rechterarm verloor
terwijl ik er nu
weer aan denk
voel ik spanning uit die
arm en schouder
wegtrekken
jarenlange overbelasting
door zelf doen
weg
ik kijk naar het
strakke resultaat van
het werk van deze
mannen, die ontspannen
onder elkaar converserend
in een onverstaanbaar dialect
onverstoorbaar
hun werk voortzetten
en ik vraag me af
in goede gemoede
waarom er niet veel meer mensen
schilder worden
wat is er mooier dan
zo vakkundig je handwerk
te kunnen doen
en zo direct een
mooi eindresultaat te boeken
kom daar maar eens om
in een kantoorbaan
zwaar ondergewaardeerd
wat mij betreft
dat handmatige
vakwerk