Herfst lijkt wel
een beetje op
mediteren
al dat blad dat afvalt
verdort of tot een
natte pulp verwordt
die de grond voedt
waaruit later, maanden later
planten en bloemen weer
opgroeien
maar tot die tijd
wordt het steeds kaler
en leger
blijven alleen de
staketsels staan
als een lege kapstok
in de mistigheid en
de kou
wordt dan alles
stil, stiller, stilst
een stilte die
alleen maar luider
klinkt als
een vogel zich even
doet horen
of een vliegtuig
een stilte waarin alles
in potentie aanwezig is
in rust zich
voedend aan
ja, aan wat eigenlijk
tot dat moment
waarop zich weer
van alles begint
te roeren en
ontkiemen
zoals mijn gedachten
vanuit de stilte
van de meditatie
vanzelf weer
hun kopjes opsteken
doorheen de pulp van
neergedwarreld oud
gedachtengoed dat
zijn tijd heeft gehad en
tot compost verworden
iets nieuws voedt dat
op zijn tijd hetzelfde lot
beschoren is
weer neer te dwarrelen in
de stilte en tot
voeding te worden
enzovoorts enzovoorts
immers, de winter
komt en gaat
en ik zit ook niet
24/7 in stilte
die voedingsbron die
wel altijd daar
maar niet aldoor
bereikbaar blijkt
ook de winter is
in voorjaar, zomer, herfst
nooit afwezig
slechts tijdelijk
buiten bereik
van onze menselijke
vermogens
dat te bevroeden
daarin schuilt wel
vertrouwen.