De Meester van de ochtend is al weg
ik krijg zijn groeten
zijn Whiteboard vertelt nog over
Comparatief en Superlatief
veel meer (dan) en meest
weinig minder (dan) en minst
ook nog iets met groter en beter
totdat ze het uitveegt. Genoeg.
*
De eet/recreatie/leszaal steeds leger en stiller
(“het ‘dan’ laten we soms weg”)
tafeltennistafel ingeklapt
tafelvoetbalspel klem tegen het raam
zonder een ander valt er alleen nog wat te
schieten voor open doel
*
De ruimte steeds killer
zonder stemmen, tiktok van balletjes
of de stenen in de sjoelbak
de zon buiten verwarmt niets meer
de enige verwarming binnen
onze kleren. Ze geeft me haar jas
voor op mijn benen
net zo kil geworden als de zaal
(hebben ze het ook gehad over ‘als’ en ‘dan’?)
*
“Luister naar de docent, zeg na, schrijf op,
hoor je ‘p’ of ‘b’, ‘f’ of ‘v’, ‘oe’, ‘ou’ of ‘ui’
Omcirkel.” “Ik ken ‘om’ en ik ken ‘cirkel’,
Ah! Om-cirkel!”
“Koel. Koud. Thuis”. Voor thuis wordt het tijd. Voor alle drie
maar alleen ik kan er naar toe.
*
“Ik wil je bedanken. Ik wil niet alleen jóu bedanken
ik wil iederéén in dit land bedanken.”
Een licht trekken rond haar mond, een haperend woord
“Ik wil niet alleen met woorden bedanken, ik wil iets
dóen voor dit land…”
Onderlangs haar oog vormt zich stilletjes een
beekje, één drop glijdt weg over
haar wang.
*
Intussen. Zij, van het Beleid,
Bezig met De Oplossing
in een nieuw jasje dat misschien iets
moet doen voor de beeldvorming
maar zo jammer, geen hoeveelheid roze
kan de handen een onschuldig wit wassen
dat vraagt een traan.
***