‘Buiten is het maandag’. Deze prachtige boektitel van Bernlef komt bij me op als ik vanochtend naar buiten kijk. Niet zozeer omdat ik me afgesneden voel van de wereld of het leven, zoals de hoofdpersoon in deze mooie roman na de dood van zijn vrouw. Integendeel zelfs, ik voel me de laatste weken juist in toenemende mate méér verbonden.
Het is eerder omdat de klok- en kalendertijd er niet zo toe doet nu ik niet werk. Die doet zich steeds meer in zijn ware gedaante voelen: als een afsprakenstelsel dat we handig vinden om ons leven te reguleren. Het komt goed van pas dat ik weet dat ik over drie dagen, op donderdag, een afspraak heb om 14.00 uur – als de ander dat ook nog weet, dan zijn we er ook allebei. Althans, hier in Nederland doen we dat zo. Elders, zoals we vorige week zagen in Griekenland bijvoorbeeld, gaat dat niet persé op. Daar kan ‘kloktijd’ het afleggen tegen ‘beleefde tijd’. Dat geldt overigens niet voor de bussen: die rijden stipt op tijd. Als ie om 9 uur moet vertrekken dan vertrekt ie om 9 uur. Daar kwamen mijn toenmalige vriend en ik achter toen we in 1980 rondtrokken op Kreta. We zaten al in de bus, zo’n ouderwetse met een echte ‘neus’ en de bagage op het dak, toen er iemand in de deuropening naar ons riep, iets over ‘passeporte, passeporte’!!!” Met dat karakteristieke armgewuif en veel expressie. Het duurde even voordat we ons realiseerden dat we vergeten waren onze paspoorten uit ons logement mee te nemen. Die moest je toen nog inleveren als je incheckte. Het was een paar minuten lopen van het busstation, dus we vroegen of ze even wilden wachten. Geen sprake van. Onze bagage werd weer van het dak gehaald, onze bus vertrok en wij mochten de volgende nemen. Die ging vier uur later.
Terwijl de herinnering terug komt realiseer ik me hoe belangrijk kloktijd toen voor me was. Ik wilde niets missen, dus vier uur wachten op de volgende bus was verloren tijd. Nu denk ik: ja, verloren tijd omdat ik ben gaan zitten ‘wachten’ op wat ik dacht dat ik nodig had. Terwijl ik eigenlijk kreeg wat ik nodig had: alle ruimte en tijd om te genieten van wat het leven op dat moment te bieden had. ’t Is waar, ik was nog jong, vol dadendrang en ongeduld om verder te gaan naar het volgende. En vier uur, een halve dag, was een enorm lange tijd. Maar ik moet wel om mezelf lachen nu. Had ik toen geweten dat een halve dag een zuchtje is, zo voorbij. Dat ik soms wens dat ik nog een halve dag extra had. Maar ook dat in een seconde een gevoel van eeuwigheid kan ontstaan waardoor alle gedoe over tijd als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Ik kijk naar buiten en zie dat gevoel van eeuwigheid weerspiegeld in het landschap voor mijn raam. Een wit weiland, waar de oude maisstoppels donker uit op steken. Die typische melkachtig-witte sneeuwlucht, die niet transparant is en waarin toch alles helder zichtbaar is. Dun wit gewarrel van sneeuw die eigenlijk meer op witte regen lijkt. De harde wind meer hoorbaar dan zichtbaar, terwijl hij ons in zijn snijdende kou ogenblikkelijk en onverbiddelijk verbindt met Siberië, zo ver weg en nu zo dichtbij. Net zo dichtbij als mijn vriendin in Calgary die ik vrijdag online sprak, terwijl ik de sneeuwjacht daar door de ramen achter haar kon zien, de temperatuur van min 25 à 30⁰ bijna kon voelen.
En even dichtbij als mijn kindertijd, met de dikke pakken sneeuw waar we ons net zo mee vermaakten als de kinderen nu. Hun verrukking of verwondering als ze bij het wakker worden een witte wereld inkijken is mijn verrukking en verwondering. Hun ouders die zich nu weer even kind wanen zijn onze ouders toen. Het wonder is niet zozeer dát het gebeurt. Het wonder is dat het voor mij, voor ieder van ons, aanvoelt als een volstrekt unieke ervaring.
Buiten is het maandag 8 februari. Het is tijd om mijn wekelijkse blogpost te plaatsen.
Fijn te lezen dat de kloktijd, nu je niet meer werkt, er niet meer zo toe doet. Het betekent dat je heel tevreden bent met de periode waarin je je nu bevindt. Er is meer ruimte voor verbondenheid, dat heb ik ook ervaren. Geborgenheid thuis met dit winterweer ervaar ik nu ook, net zoals jij tijdens het schrijven uit het raam kijkt en de witte wondere wereld voor je ziet.
Dank je wel weer voor deze herkenbare blogpost.